Feest van Eenvoud, introductie
Feest van Eenvoud is een beweging ontstaan uit de mobiele Bakkerij de Eenvoud van kunstenaar Peik Suyling en zijn persoonlijke zoektocht naar eenvoud. Een beweging waarbij tot nu toe vijf bakkerijen en hun respectievelijke kwartiermakers (en een zesde in de maak) bij zijn aangesloten. Allemaal zijn ze op hun eigen manier op zoek naar zowel de persoonlijke betekenis van eenvoud als naar de manier waarop eenvoud en het samen bakken van brood een krachtig ingrediënt kan zijn in sociale innovatie- en veranderingsprocessen.
In deze blog-serie schets ik elke week een portret van een van de bakkers-kwartiermakers, of van een aantal andere mensen die met dit project verbonden zijn, aan de hand van de interviews die ik in de afgelopen twee maanden met hen afnam. Het doel van deze blogs is om onderling de diverse ontwikkelingen uit wisselen en elkaar en anderen te inspireren. Door de kernthema’s uit de interviews als leidraad te nemen – ontstaansgeschiedenis van de bakkerijen, de betekenis van eenvoud (zowel persoonlijk als in de programmering), wat dit proces van het ontwikkelen van de bakkerij ieder persoonlijk oplevert, de invloed van de plek op het ontstaan en ontwikkelen van de bakkerijen en wat kunst betekent in de bakkerijen – ontstaat er een verbindende lijn tussen de portretten, hoewel het per persoon en interview verschilt in welke mate en manier deze onderwerpen relevant zijn.
Deel 1: Het belang van beweging (Peik Suyling)
Als je vraagt naar de essentie van mijn werk – en dat manifesteert zich dus ook in de bakkerij – dan is beweging wel heel belangrijk, op de buurtwerkplaats ook. Als er geen beweging meer is dan geloof ik wel dat het leven gedaan is.
Een oud verlangen
Toen in 2012 het hele culturele en maatschappelijke bestel van financiering in elkaar stortte, betekende dit voor kunstenaar Peik Suyling feitelijk dat hij werkeloos raakte. De inkomstenbronnen van zijn eigen stichting Young Designers droogden op en de vraag “hoe verder?” diende zich aan. In de jaren ervoor bewoog hij zich al steeds meer toe naar thema’s en onderwerpen die hem echt boeiden en die steeds dichter kwamen te liggen bij zijn eigen visie op de wereld en hoe hij in de maatschappij wil staan. De crisis in de culturele richting bleek een extra stimulans om nog dichter op de inhoud te gaan zitten en een oud verlangen – Peik had ooit gezegd toen hij in de kunst begon als adolescent “als ik ooit een keer vastloop in de kunst dan wordt ik gewoon bakker” – werd aangewakkerd. In zijn werk wil hij altijd zo dicht mogelijk bij mensen kunnen komen en ervoor zorgen dat mensen zich zonder grenzen kunnen verbinden aan de dingen die hij maakt. Vanuit de gedachte dat je door bakker te zijn een één op één relatie hebt met de mensen die binnen komen in de bakkerij begon Peik, op eigen initiatief, met het bouwen van een broodoven in een oude schaftkar. Deze noemde hij Bakkerij de Eenvoud, omdat hij voor zichzelf een beweging richting eenvoud wilde maken. En hoewel dit als een persoonlijke zoektocht naar eenvoud begon, bleek al snel dat anderen ook enthousiast en gefascineerd waren door de bakkerij.
Een beweging naar eenvoud
Het modernisme, waarbij het veranderen en verbeteren van de wereld het idealistische uitgangspunt is en waarmee Peik werd opgeleid aan de Rietveld Academie, heeft hij losgelaten. Niet alleen bestempelt hij het als een ijdele en arrogante ideologie, omdat je uiteindelijk niets te zeggen hebt over wat anderen doen, geloven of belangrijk vinden, maar wanneer je deze ideologie loslaat ontstaat er ruimte, voor zichzelf en eigenlijk ook voor de ander. Na een sociaal ontwerpend onderzoeksproject met betrekking tot integrated living (waarbij nieuwe omgangsvormen en woonvormen werden bedacht voor psychiatrische patiënten die worden terug geplaatst in de maatschappij), stelde Peik vast dat ondanks het lokale effect, het geheel slechts een druppel op de gloeiende plaat was in de beleidswereld.
Ik werd me ervan bewust dat ik de wereld wel kan willen hervormen of vormgeven en toen heb ik voor mezelf wel op een gegeven moment een soort keus gemaakt ‘ik kan wel groot denken en ik kan wel grote bewegingen maken, maar ik wil eigenlijk toch de impact en de betekenis in het klein zoeken.’ En in hoe klein dat grote dan kan zijn. De bakkerij is in principe ook groot, maar ik zoek de werking in het hele kleine.
De beweging naar eenvoud heeft een lange aanloop en manifesteert zich niet alleen in een beweging naar het essentiële, maar ook naar het basale. Peik houdt van dingen met zijn handen maken; al van jongs af aan wist hij dat hij relevante dingen voor mensen wilde maken waar ze van konden houden, een van de redenen dat hij productontwerper werd en geen grafisch ontwerper zoals zijn vader, want het is gewoon leuker om een tafel te hebben die je je hele leven lang kunt gebruiken dan een advertentie. Materiaal heeft Peik altijd al gefascineerd, wat het allemaal dicteert en wat het wel en niet wil. En dat zit allemaal in het bakkerschap. Brood is een van de meest basale en ook meest bijzondere, symbolische voedingsvormen die wereldwijd in principe hetzelfde is. Het is meel, water, zout en gist, minder kan niet. Eenvoud is voor Peik misschien wel ten diepste een intellectueel en spiritueel krachtig concept.
Eenvoud is mooi; er past geen haast bij, geen ambitie, geen window dressing, geen ijdelheid, eigenlijk alles wat je teveel doet past er niet bij. Omdat eenvoud in mijn perceptie ontdaan is van alle rand voorwaardelijke dingen, biedt het enorm veel ruimte. Er blijft dan een bron over die oneindig groot is, omdat je vanuit die bron een soort carte blanche hebt; er is niks en dus kan alles.
Wijsheid & het bakken van brood
Eenvoud is bij Peik voortgekomen uit een persoonlijke, spirituele zoektocht naar zingeving en hij vindt dit gespiegeld in het brood bakken, het wordt daarin tastbaar. Brood bakken is een ambacht, maar er zit ook veel wijsheid in die hem boeit. Met die enkele ingrediënten maak je iets, het is transformatie: meel kun je niet eten, gist ook niet, maar samen wordt het iets eetbaars. Het feit dat je je als maker moet overleveren aan het materiaal, de tijd en de temperatuur is iets heel bijzonders. Of het brood gaat lukken of niet, merkt hij vaak van tevoren al. Dat heeft met concentratie te maken. Overgave aan het feit dat dit proces tijd nodig heeft en dat je dit doet met mensen die het misschien helemaal niet zo gemakkelijk vinden. En eigenlijk is dáár die eenvoud dan ook weer in te vinden, het is gewoon wat het is en niets anders. Die overgave aan het maakproces en aan het materiaal dat zijn eigen mores heeft is voor Peik een bijzondere leerschool, je doet het wel zelf, maar je beheerst het niet. Je moet mee met dat meel en mee met het water, want anders lukt het niet. De samenhang tussen de ingrediënten, het behandelen en het maken van het brood is in zichzelf al een metafoor voor het maken van iets anders in een andere situatie. Het is een les die Peik graag meeneemt in andere situaties waarin hij iets moet doen, een workshop, samenwerking of zelfs een subsidieaanvraag. Een oplossing zoeken kun je niet afdwingen, die moet je creëren. Het bakken van brood is een hele fijne ervaring die je mee kunt nemen in andere situaties waarin je moet kneden en wachten tot het deeg gerezen is.
Ik merk überhaupt in de omgang met problemen – als er op de Buurtwerkplaats weer iets mis gaat, een subsidie die afgewezen wordt of wanneer je mensen moet proberen te overtuigen of mee moet nemen in een verhaal, in situaties waar conflicten spelen, er barricades zijn of als er geen verbinding is – dat ik die wijsheid van het brood bakken meeneem. En dat ik wél tijd kan hebben om te wachten tot iemand begint te luisteren en eindelijk duidelijk wordt dat er iets aan de hand is.
Mensen vinden brood bakken en samen opeten een heel verbindend en vredig proces, het brengt ze naar de existentie, de zingeving en de opening om ergens over na te denken. Vroeger moest je, om te overleven en een zekere kwaliteit van leven te krijgen, altijd samenwerken. Omdat dit in de huidige samenleving naar de achtergrond is verdwenen, raken mensen ook onthecht van de verbindingen, van elkaar en eigenlijk ook van zichzelf, want ze hebben geen rol meer, ze weten niet hoe ze die rol moeten invullen. Er is ook geen noodzaak meer om dat soort rollen in verbinding met anderen te vervullen. En hoewel Peik met de bakkerij op geen enkele manier de bedoeling heeft om dit verhaal uit te dragen, is het volgens hem wel de ondertoon en misschien de gemeenschappelijk gevoelde onderliggende waarde die dit succesvol maakt.
Het ontstaan van beweging
Hij ziet ook dat de vrijheid die eenvoud biedt voor iedere bakker een confronterende worsteling is om zich te manifesteren, om een vorm te verzinnen, om zich te verhouden tot wat ze gaan doen. Het brengt mensen terug naar ‘wat wil ik hier nou mee?’ ‘wat kan ik hiermee?’ ‘waarom is dit belangrijk voor mij?’ Die waarom vraag en hoe vraag komt kennelijk ook op anderen door. Mensen komen er door in beweging.
En daar ben ik dan wel stellig in, dat dát voor mij wél een antwoord is op hoe je met je leven in de maatschappij om moet gaan. Dat ik het toch wel heel belangrijk vind dat er bewogen wordt, dat er gezocht wordt, dat er geëxperimenteerd wordt, dat er gekeken wordt, dat er geluisterd wordt en dat er, als een gevolg van al die facetten, iets kan gebeuren.
Die beweging ontstaat volgens Peik pas als mensen zich verbinden met een innerlijk tijdsbesef, Kairos in plaats van dat ze zich laten leiden door de rationele kloktijd, Chronos. Hij ziet dat ook terug in alle processen die met de buurtwerkplaats, met de bakkerij, het voor eenzaamheid project en andere projecten in gang worden gezet. Die onttrekken zich allemaal radicaal aan de Chronos tijd, daar kunnen ze niks mee. Eigenlijk moet je altijd kijken naar hoe die innerlijke tijd in elkaar steekt; verbinden mensen zich met dat tijdsbesef? Kairos is aanwezig als we niet op de klok kijken, maar ondergedompeld worden in wat we op dat moment doen. En dan is tijd opeens een hele belangrijke factor. Als je de rationele tijd weet weg te duwen, is het niet erg dat je twee dagen of twee jaar moet wachten op een stukje resultaat of beweging, zoals destijds in Hongerige Wolf. Het besef dat er meer effect en potentie zit in die innerlijke tijd, maakt het makkelijker om met de rationele tijd om te gaan.
De bakkerijen stellen eigenlijk een nieuw soort omgeving voor; voor mensen om iets in te delen en iets mee te doen. Dat gaat Bart doen, dat gaat Janine doen, ik doe dat zelf, dat gebeurt in Hongerige Wolf, dat gebeurt met ons allemaal. Alleen is daar voor nodig dat mensen dat aanbod of die uitdaging kunnen internaliseren voordat ze er überhaupt iets mee kunnen doen. En omdat de bakkerij pas functioneert als het geïnternaliseerd is en vanuit die positie mensen iets gaan doen, die beweging weer, dan weet je dat hij klopt.
Een kunstwerk in progress
Voor Peik is dit hele project een kunstwerk in progress, een beweeglijk kunstwerk. Het is wat hem betreft ook belangrijk om dat zo te houden, omdat daarmee de autonomie en vrijheid behouden wordt die een kunstenaar mag meebrengen in alle contexten en ontmoetingen. Je bent in principe neutraal. Mensen kunnen zich tot je verhouden, of niet, maar dat spel tussen een kunstenaar en zijn publiek is ook een spel van herkenning en erkenning. Hij vindt dat de werking van kunst in alle andere bakkerijen ook die aard moet hebben; dat het de deuren openzet, of op een milde manier de deuren forceert, mogelijkheden biedt of een aanbod doet wat in principe autonoom en in zekere zin vrijblijvend is, maar wel zó dat het publiek wat er mee in aanraking komt er iets mee kan.
Geef een reactie